Wat als patiënten met een ernstige luchtweginfectie niet in het ziekenhuis hoeven te worden opgenomen, maar gewoon thuis behandeld kunnen worden? Niet als noodingreep, maar als structurele werkwijze. In het project CovidTherapy@Home, onderdeel van GRIP-3, gingen vier regio’s in Nederland aan de slag met deze vraag. Het idee: ziekenhuiszorg verplaatsen naar de thuissituatie, met behulp van technologie, nauwe samenwerking tussen zorgorganisaties én regie bij de huisarts.
Een nieuwe manier van samenwerken midden in de zorgpraktijk
CovidTherapy@Home richtte zich op patiënten met een acute luchtweginfectie, waaronder COVID-19, die normaal gesproken in het ziekenhuis zouden worden opgenomen. Door hen thuis te behandelen onder regie van de huisarts en met ondersteuning van thuiszorg en monitoringcentra, konden onnodige opnames worden voorkomen. In theorie veelbelovend, maar in de praktijk bleek het organiseren van deze zorg verre van eenvoudig.
Wat leerden we van deze thuisinterventie?
Zorgvernieuwing klinkt vaak als een kwestie van het inzetten van technologie of nieuwe werkwijzen. Maar CovidTherapy@Home maakte vooral duidelijk dat verandering mensenwerk is. Het gaat om vertrouwen, verbondenheid, leiderschap en timing. De lessen uit dit project zijn waardevol voor iedereen die werkt aan transmurale zorg of complexe interventies in de eerste lijn.
1. Zonder gedeeld doel geen beweging
In regio’s waar huisartsen, specialisten en andere zorgverleners samen het belang zagen van thuisbehandeling, kwam het project snel op gang. Maar waar de interventie werd gezien als een ‘extern initiatief’, bleef de betrokkenheid beperkt. Daarnaast liepen soms ook de onderzoeksambities uiteen: wat voor de ene partij een topprioriteit was, voelde voor de ander als bijzaak. Het hielp niet dat de wederzijdse verwachtingen vooraf niet altijd helder waren. Betrokkenheid moet je niet veronderstellen, maar opbouwen – vanaf het eerste gesprek.
2. De juiste inzet van onderzoekspersoneel maakt het verschil
In sommige regio’s waren onderzoekers beschikbaar met veel inhoudelijke kennis, maar zonder lokaal netwerk. In andere gevallen was dat precies andersom. Dit project liet zien dat je beide nodig hebt. Academische expertise én mensen die de regio kennen, het liefst in één team. Tegelijkertijd bleek dat veel onderzoekers het wiel opnieuw moesten uitvinden bij procedures zoals METC-aanvragen. Centrale, hands-on ondersteuning op dat vlak zou enorm helpen.
3. Leiderschap doet ertoe
Waar gezaghebbende en verbindende leiders aan het roer stonden, kwam het project in beweging. Soms waren dat formele bestuurders, soms juist informele sleutelfiguren. Maar als zulke trekkers ontbraken, of als instellingen elkaar vooral als concurrent zagen, bleef het stroef. Inspirerend leiderschap brengt mensen samen. En zonder bestuurlijke steun loopt het vroeg of laat vast.
4. Bouw voort op wat er al is
Regio’s met bestaande netwerken en onderlinge relaties konden sneller aan de slag. Ook persoonlijke relaties tussen professionals speelden een cruciale rol in het creëren van vertrouwen en praktische voortgang. In regio’s waar dergelijke structuren ontbraken, leidde dat tot trage besluitvorming. Dit project laat zien: ken de netwerken en benut ze bewust.
5. Financiële ruimte is een voorwaarde, geen bijzaak
Hoewel er centraal wel budget was, bleek dat in de praktijk niet genoeg om alle partners echt in positie te brengen. In veel regio’s was er te weinig ruimte voor overleg, voor implementatie, of voor het compenseren van extra inzet. Vooral thuiszorgorganisaties liepen hierin vast. Dat remde de voortgang AF. Realistische begrotingen zijn geen luxe, maar een randvoorwaarde.
6. Regels en procedures zijn geen formaliteit
Een onverwachte hindernis zat in de medisch-ethische goedkeuringen. Elke regio bleek zijn eigen set regels en documenten te hebben. Dat leidde tot vertraging, frustratie en extra werk. Vooral bij actieonderzoek – waarbij interventie en context zich parallel ontwikkelen – past de standaard METC-aanpak soms slecht. Landelijke afstemming is hard nodig om dit soort onderzoek mogelijk te maken.
7. Momentum is krachtig maar niet blijvend
Tijdens de pandemie was de urgentie groot: iedereen wilde iets doen. Maar toen de druk afnam, verdween ook de energie in sommige regio’s. Een project dat alleen op crisisdruk draait, blijkt kwetsbaar. CovidTherapy@Home leert ons: denk vooraf al na over hoe je het project relevant houdt, ook als de urgentie wegebt.
En nu verder: wat nemen we mee?
Mooie plannen zijn niet genoeg. Wie zorg wil vernieuwen over sectoren heen, moet bouwen op deze praktijklessen:
- Bouw aan lokale netwerken en relaties nog vóórdat een project start.
- Investeer in leiderschap: formeel én informeel.
- Zorg voor realistische budgetten en tijdspaden, met aandacht voor de echte praktijk.
- Betrek partners vanaf het begin als volwaardige co-makers, niet als uitvoerders van een centraal plan.
- En bovenal: benut het momentum, maar bouw iets dat ook zonder acute crisis overeind blijft.
Meer weten?
De ervaringen, valkuilen en aanbevelingen zijn samengevat in een helder rapport, inclusief praktische tips.
